Dirkjan Horringa studeerde koor- en orkestdirectie bij Reinier Wakelkamp en David Porcelijn aan het Utrechts Conservatorium. Daarnaast studeerde hij muziekwetenschap aan de Rijksuniversiteit Utrecht.
Als vaste dirigent werkt hij met het Utrechts vocaal ensemble Trajecti Voces en Cappella ad Fluvium Arnhem. Hij wordt veelvuldig gevraagd voor het leiden van projecten, onder andere met het Haags Kamerkoor, VOCA Deventer, PassieVoorPasen en het La Pellegrina ProjectOrkest. Hij vervulde gastdirigentschappen bij diverse ensembles in met name Oost-Europa, o.a. het Praagse vocaal ensemble Vaganti, Musitshnyj Asamblej (Kiev), Confido Domino (Minsk) en het Litouwse vocale ensemble Brevis.
Zijn specialisme is de muziek van renaissane en barok en hedendaagse muziek, met een accent op historisch muziektheater. Vooral op het gebied van madrigaalkomedies (Banchieri’s Barca di Venetia per Padova en Festino di Giovedì grasso) en barokopera’s van onder meer Purcell (Dido and Aeneas, The Fairy Queen) en Monteverdi (L’Orfeo) is hij de laatste jaren actief geweest. Maar het klassieke en romantische symfonische repertoire gaat hij niet uit de weg, getuige de programma’s van de internationale zomercursussen van La Pellegrina rond Mozart en Dvořák in Bechyně, Tsjechië. Hij is daar artistiek leider, coacht kamermuziek en dirigeert het orkest.
Met Cappella ad Fluvium zette hij de Matthäuspassion van Johann Theile uit 1673 op cd. Met het KamerOrkest Driebergen nam hij een cd op met voornamelijk hedendaagse Nederlandse symfonische muziek. Met Trajecti Voces en het La Pellegrina ProjectOrkest nam hij een live-registratie van het Requiem van Dafydd Bullock (1953) op.